De incubatieperiode (de tijd tussen de besmetting en het ontstaan van de klachten) is gemiddeld 2 tot 3 dagen. Bij de meeste mensen verloopt een cholera-infectie mild en gaat deze ook weer vanzelf over.
Wanneer
mensen wel ernstig ziek worden door de bacterie krijgen zij vaak de volgende klachten:
Mensen kunnen ernstig uitdrogen als zij veel vocht verliezen door de diarree. Daardoor kunnen ze uiteindelijk overlijden aan cholera, ook gezonde volwassen. Maar bij gezonde reizigers verloopt cholera vaak mild en gaat vanzelf over.
Mensen met cholera blijven besmettelijk tot enkele dagen na
het verdwijnen van de klachten.
De diagnose cholera wordt gesteld op basis van lichamelijk onderzoek. Ook wordt er een kweek van de ontlasting gemaakt om vast te stellen of de cholerabacterie aanwezig is.
Mensen met cholera verliezen veel vocht en zout door de diarree en het braken. Daarom begint de behandeling met aanvullen van vocht en zouten. Bij milde uitdroging is de oplossing om ORS te drinken (oplossing van zouten en (druiven)suiker in water). Maar als je in korte tijd veel vocht hebt verloren, kan een infuus met vocht nodig zijn. Dit zal vaak in het ziekenhuis gebeuren.
Ook krijg je antibiotica om de infectie onder controle te krijgen.
Er is in Nederland één vaccin beschikbaar tegen cholera, Dukoral. Het moet tweemaal via de mond genomen worden met een tussenpoos van 1 tot 6 weken. Het vaccin biedt bescherming vanaf een week na de tweede dosis gedurende 2 jaar.
Het risico op cholera is voor gewone reizigers heel erg
laag omdat ze meestal toegang hebben tot schoon drinkwater. Het vaccin wordt alleen
aanbevolen voor militairen en hulpverleners die in vluchtelingengebieden
verblijven waar cholera voorkomt en waar geen betrouwbaar drinkwater
verkrijgbaar is.
Lees meer
Informatie over cholera van het RIVM
www.rivm.nl
Belangrijke bronnen
LCI richtlijnen over cholera van het RIVM
http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Professioneel_Praktisch/Richtlijnen/Infectieziekten/LCI_richtlijnen/LCI_richtlijn_Cholera